Straf voor vliegmaatschappijen na bijna-ongelukken

Drie Chinese en twee buitenlandse maatschappijen zijn gestraft na incidenten die in de hoogste gevaarcategorie vallen, zogeheten bijna-ongelukken. Het is voor het eerst dat de luchtvaartautoriteit CAAC dergelijke incidenten publiek maakt.

Een ernstig incident deed zich in Kangding voor met een vliegtuig van China Eastern, dat bij een landing in zwaar weer vier landingslichten voor de baan ramde. De landing moest worden afgebroken en het toestel keerde beschadigd terug naar Chengdu. De licensie van de twee piloten is ingetrokken, omdat ze probeerden het CAAC-onderzoek te saboteren. De eerste officier is voor zes maanden geschorst. De crew probeerde te verdoezelen dat de gezagvoerder tijdens de landing ondanks de weersomstandigheden helemaal niet in de cockpit aanwezig was; hij had de landing overgelaten aan de co-piloot en de eerste officier. Omdat Kangding op grote hoogte ligt, moet volgens de CAAC-regels naast de reguliere piloten ook een eerste officier meevliegen die in geval van nood kan assisteren.

Extra training

Piloten van Xiamen Airlines werden geschorst omdat de staart van hun toestel de grond raakte bij het opstijgen. Piloten van Okay Airways kregen dezelfde straf omdat ook hun toestel met de staart over de grond schuurde, ditmaal bij het landen. Het CAAC heeft de drie maatschappijen verplicht om extra trainingen te geven en stuurt inspectieteams voor aanvullende controles.

Het rapport noemt ook twee bijna-ongelukken met buitenlandse maatschappijen. Bij een toestel van Oriental Thai Airlines werd vorige maand na de landing in China geconstateerd dat het linker voorwiel van het landingsgestel ontbrak. Een Airbus van Emirates landde in januari in Beijing met te weinig brandstof aan boord. China straft deze maatschappijen door het openen van nieuwe lijndiensten tot nader order op te schorten.