China opent hoogste vliegveld ter wereld

Een belangrijke hub zal het niet worden. Maar voor de bewoners van de afgelegen regio Daocheng is het een uitkomst. Een reis naar de provinciehoofdstad Chengdu duurt voortaan 65 minuten per vliegtuig in plaats van een busreis van twee dagen.

Het is het hoogst gelegen vliegveld voor burgerverkeer in de wereld. Het neemt die titel over van Qamdo in Tibet (4.334 meter boven de zeespiegel). Met de bouw is 1,58 miljard yuan gemoeid (190 miljoen euro). Het vliegveld heeft een capaciteit van 280.000 passagiers per jaar. Voorlopig is uitbreiding niet nodig, er staan alleen vluchten op Chengdu op het bord met aankomst- en vertrektijden. Later volgen directe vluchten op Shanghai, Guangzhou en Chongqing. Ook worden meer toeristen verwacht; dichtbij ligt het bekende Yading natuurpark.

Uitlopers van Himalaya

Daocheng ligt in een betrekkelijk afgelegen gebied aan de uitlopers van de Himalaya. Het gebied behoorde oorspronkelijk tot Tibet, maar nadat China in 1950 het land onder zijn controle bracht, zijn een aantal gebieden waar Tibetanen in de minderheid zijn bij Chinese provincies gevoegd.

China investeert veel in afgelegen gebieden in het westen. De leiding in Beijing wil de economie stimuleren door activiteiten over het land te spreiden. Bovendien wil men de lokale bevolking tevreden houden door economische vooruitgang te realiseren, zeker waar het soms kritische etnische minderheden betreft. Die menen op hun beurt dat de Chinese overheid primair de infrastructuur verbetert om snel veiligheidstroepen te kunnen aanvoeren in tijden van onrust.