China wil pensioenleeftijd geleidelijk verhogen

De kogel is door de kerk; de Chinese overheid wil de pensioenleeftijd gaan verhogen. Volgens Hu Xiaoyi, de vice-minister van arbeid en sociale zekerheid, zal dat geleidelijk gebeuren en zal de definitieve maatregel ruim tevoren worden aangekondigd.

Hu zei dat in een interview met staatspersbureau Xinhua, zonder details te geven over het tijdspad en het einddoel. "We kunnen niet nieuw beleid dit jaar aankondigen en volgend jaar invoeren. We moeten tijd inruimen zodat burgers, zeker degenen die op het punt staan te pensioneren, zich kunnen voorbereiden", aldus Hu.

Stapje voor stapje

Yang Yiyong, van de invloedrijke Nationale Ontwikkelings- en Hetvormingscommissie, zegt dat de verhoging stapsgewijs zal worden doorgevoerd. "Het betekent niet dat we plotseling de pensioenleeftijd verhogen van 60 naar 65 jaar", zegt Yang.

"Het betekent dat we de leeftijdsgrens ieder jaar met een of twee maanden opschuiven. Als we dit jaar het besluit nemen, dan wordt de pensioenleeftijd 60 jaar en een maand en het jaar erop 60 jaar en twee maanden." 


Meer jaren pensioen

Chinese mannen gaan doorgaans met pensioen tussen hun 55ste en 60ste, afhankelijk of ze voor de staat werken of niet. Voor vrouwen is dat tussen de 50 en 55 jaar. De pensioenleeftijd is vastgesteld in de jaren '50, toen de gemiddelde levensverwachting voor Chinezen nog 40 jaar was.

Inmiddels is die levensverwachting gestegen tot 74 jaar. Dat maakt een vroege pensionering minder noodzakelijk. Door de vergrijzing dreigt de huidige pensioenregeling, hoe sober die ook is, onbetaalbaar te worden. Omdat de beroepsbevolking krimpt, moet een steeds kleinere groep werkenden het pensioen voor een groeiende groep opbrengen.

Maatschappelijke weerstand

Hu en Yang laten in het midden of het einddoel een pensioenleeftijd van 65 jaar voor mannen én vrouwen zal zijn. In China is veel weerstand tegen verhoging van de pensioenleeftijd.