Chinese steden overschrijden milieunormen

Alleen de steden Haikou (op het eiland Hainan), Lhasa (in de Himalaya) en de badplaats Zhoushan bleven onder de milieunormen die vorig jaar zijn geïntroduceerd.

"Wanneer we louter economische groei nastreven, betalen we een prijs in de vorm van vervuiling. En die prijs is enorm", zei Wu Xiaoqing, vice-minister van milieubescherming, zaterdag. Hij pleit voor een fundamenteel andere kijk op economische ontwikkeling.

Vervuiler betaalt

In het Nationale Volkscongres ligt komende week een wetswijziging voor, die er zorg voor moet dragen dat vervuilende industrie boetes betaalt. Zo wil de overheid bedrijven dwingen milieu-investeringen te doen of te verhuizen.

Premier Li Keqiang verklaarde vorige week al de 'oorlog aan vervuiling.'

30 procent van alle luchtvervuiling

De regio rond Beijing is het zwaarst getroffen door vervuiling. Wu wijst er op dat de provincie Hebei maar 8 procent van het Chinese landoppervlak beslaat, maar dat daar 30 procent van alle fijnstof, stikstof en zwavel in de lucht wordt geblazen.

In Hebei staat 55 procent van China's staalindustrie, 40 procent van alle cementfabrieken en 52 procent van alle benzine en diesel wordt er geraffineerd.

Waterbedeffect

Critici vrezen dat China niet overgaat tot een duurzame economische ontwikkeling, maar eenvoudigweg vervuilende industrieën wil verplaatsen naar regio's die nu nog minder vervuild zijn, om zo de luchtvervuiling over het land uit te smeren.

Wie meer wil weten over gevolgen van luchtvervuiling voor de volksgezondheid, landbouw en economie, kan het interview terugluisteren dat ik zaterdag gaf aan de Tros Nieuwsshow.