Doodstraf voor Chinese spion

Rechters hebben Huang Yu ter dood veroordeeld wegens spionage en het lekken van staatsgeheimen. Tot de inlichtingen die hij verkocht aan een niet genoemde vreemde mogendheid behoren 90 documenten die tot de zwaarste geheimhoudingscategorie behoren. Dat melden Chinese staatsmedia maandag.

Huang werkte van 1997 tot 2004 bij een instituut dat encryptiemethodes voor de Chinese overheid ontwikkelt om de communicatie van het leger en de partij te beschermen. Omdat het niet lekker liep op zijn werk en Huang vreesde te worden ontslagen, begon hij documenten te kopiëren. In 2002 zocht hij via internet contact met een buitenlandse spionagedienst om zijn diensten aan te bieden. Op een ontmoeting in een hotel in een Zuidoostaziatisch land werd hij als spion geworven.

Topgeheim

Nadat hij in 2004 daadwerkelijk werd ontslagen slinkte de stapel documenten die hij kon verkopen. Huang benaderde toen voormalige collega's van het instituut en familieleden met toegang tot staatsgeheimen. Pas in 2011 liep hij tegen de lamp.

Volgens openbaar aanklagers heeft Huang 21 keer buitenlandse spionnen ontmoet op conferenties in Azië om informatie over te dragen. In totaal zou hij daarvoor 700.000 dollar hebben ontvangen. Huangs vrouw en zwager kregen lichte gevangenisstraffen opgelegd van respectievelijk vijf en drie jaar. Volgens het Volksdagblad zijn daarnaast nog eens 29 personen gestraft in deze spionagezaak.

Publiciteit

China brengt regelmatig kleine spionagezaken in de publiciteit, om burgers te waarschuwen niet met buitenlandse spionnen in zee te gaan. Publiciteit over zo'n grote zaak waarbij de overheidscommunicatie is gecompromitteerd is echter uitzonderlijk.