economie cultuur politiek RSS

Vijf vragen over een handelsoorlog China en VS

Vijf vragen over een handelsoorlog China en VS

De Amerikaanse regering implementeert importheffingen op staal en aluminium en China kondigt direct tegenmaatregelen aan. Alles wat je moet weten over een mogelijke handelsoorlog tussen de twee grootste economieën ter wereld, kort en bondig uitgelegd.

Klinkt dreigend; wat is er precies gebeurd?

Donderdagavond kondigden de Verenigde Staten een importheffing aan van 25 procent op staal en 10 procent op aluminium. In principe geldt die heffing op al het staal en aluminium dat vanuit het buitenland aan de VS wordt verkocht, maar de regering maakt voorlopig een uitzondering voor Canada, Mexico, Europa, Australië, Argentinië, Brazilië en Zuid-Korea.

In feite is de maatregel bedoeld om China te treffen, hoewel de oplettende lezer het zal zijn opgevallen dat Amerika's bondgenoot Japan in het rijtje uitzonderingen ontbreekt.

Beijing had tevoren aangekondigd dat ze met tegenmaatregelen zouden komen en die werden dan ook vrijdagochtend Chinese tijd keurig aangekondigd. Het gaat om een heffing op Amerikaanse producten: 25 procent op acht producten waarvan de belangrijkste varkensvlees en hergebruikt aluminium zijn en een heffing van 15 procent op 120 producten zoals fruit, noten, wijn en naadloze pijpen. Dat zijn niet toevallig vooral producten die boeren treffen; kiezers in staten waar president Donald Trump zijn achterban heeft.

 

Hoe groot is de economische schade?

Onmogelijk te zeggen. China exporteert jaarlijks voor 60 miljard dollar aan staal en aluminium naar de VS. Die producten zullen door de importheffing duurder worden. Maar hoeveel er daardoor minder Chinees staal in de VS wordt verkocht zal moeten blijken. Andersom is onmogelijk te voorspellen in hoeverre China minder Amerikaans fruit, noten, wijn et cetera zal consumeren. De Amerikaanse export van deze producten naar China zijn goed voor een waarde van drie miljard dollar per jaar.

Een deel van de afnemers zal voor goedkopere alternatieven kiezen; maar per saldo gaan Amerikanen en Chinezen dus meer betalen voor de productgroepen waar nu importheffingen op worden gelegd.

Dat kan een olievlekwerking hebben. Veel van deze producten worden niet rechtstreeks door consumenten afgenomen, maar dienen als grondstof voor andere producten. Die worden door de importheffingen dus ook duurder. Door invoerheffingen op grondstoffen te heffen, raak je niet alleen de producent in het buitenland, maar holt een land tegelijkertijd de concurrentiepositie van zijn eigen industrie uit.

Een ding weten we wel zeker, nadat president Donald Trump de handelsbarrières afkondigde, begonnen overal ter wereld de beurskoersen te dalen. Slecht nieuws voor beleggers, zoals pensioenfondsen.

 

Waarom doen de VS dit?

In republikeinse hoek wordt wel vaker verkondigd dat China de eigen industrie beschermt en steunt. Trump voegde daar tijdens zijn verkiezingscampagne een krachtig element aan toe: China steelt Amerikaanse banen. Hij hamerde op het enorme handelstekort; de VS importeert voor 800 miljard dollar meer aan spulletjes dan het exporteert. Trump verwijt dat vooral China. Hij beloofde de kiezer daar een einde aan te maken: America First.

Eenmaal in het Witte Huis kondigde hij een onderzoek aan naar oneerlijke Chinese handels-praktijken. Dat is na zeven maanden klaar. Gek genoeg gaat dat rapport helemaal niet over goedkoop staal of aluminium. Het is een lange opsomming van vermeende oneerlijke Chinese handelspraktijken, zoals bedrijfsspionage, het onvoldoende beschermen van intellectueel eigendom en de eis dat bedrijven technologiekennis moeten overdragen aan Chinese partners voordat ze de markt mogen betreden.

Trump maakte donderdagavond een vergelijking met de auto-industrie; China heft een importtarief van 25 procent op Amerikaanse auto's. Andersom is dat 2,5 procent. "Zij slaan ons aan, wij doen hetzelfde terug."

 

Heeft Donald Trump daar toch niet een punt?

Ja, nou, nee. Het is zonder meer waar dat er momenteel geen gelijk speelveld is voor buitenlandse bedrijven die op de Chinese markt moeten concurreren met lokale ondernemingen. En bewijs is er niet, maar het lijkt er toch wel op dat de Chinese staat een rol speelt bij hackpogingen waarbij buitenlandse bedrijfsgeheimen worden buitgemaakt.

En ja, China houdt staatsbedrijven in leven in sectoren met overcapaciteit, zoals de staalindustrie. Door dalende prijzen op de wereldmarkt zouden ze failliet moeten gaan, maar dankzij het staatsinfuus blijven ze lekker doorproduceren.

Maar verder gebruikt Trump veel gelegenheidsargumenten. Ten eerste is het Amerikaanse handelstekort niet 800 miljard, maar 566 miljard dollar als je niet alleen producten, maar ook diensten meerekent. Het handelstekort met China schommelt tussen de 200 en 300 mijard dollar per jaar. Ook geen kattenpis, maar een deel van het verhaal.

Inderdaad zijn in de afgelopen decennia in de VS miljoenen banen voor fabrieksarbeiders en boeren verloren gegaan. Deskundigen twisten of dat nou vooral aan automatisering of aan de opkomst van lagelonenlanden is te wijten. Maar hoe dan ook heeft het niet tot massale werkloosheid geleid. Zoals in de meeste ontwikkelde landen werken de meeste Amerikanen in de dienstensector.

Gek genoeg is China helemaal niet de grootste leverancier van staal en aluminium aan de VS. Dat zijn Canada, Brazilië, Zuid-Korea en Mexico. Landen die zijn uitgezonderd van de importheffingen. China is maar verantwoordelijk voor twee procent. Zo'n grote concurrent is China blijkbaar niet voor de Amerikaanse staalindustrie.

En laten we wel zijn: als de Chinezen echt de kluit belazeren met goedkoop staal, dan moet de Amerikaanse regering een klacht indienen bij de Wereld Handelsorganisatie WTO. Maar daar is blijkbaar geen grond voor. De Amerikaanse regering moet een juridisch handigheidje uithalen om de importheffing te kunnen afkondigen. Zij baseert zich op een wet uit 1974, die het mogelijk maakt importtarieven te heffen als dat in het nationale strategisch belang is. Een wet uit de koude oorlog dus, ver voordat in 1995 de WTO werd opgericht.

 

Staan we aan de vooravond van een grote handelsoorlog?

De Chinese overheid lijkt te beseffen dat het Trump vooral om binnenlandse electorale over-wegingen is te doen. Hij wil een verkiezingsbelofte inlossen door stoer te doen tegen China. En hij geeft een cadeautje aan zijn kiezers die in de staalindustrie werken.

China lijkt hem daarvoor de ruimte te gunnen. Natuurlijk reageerde het ministerie van handel met een felle, afwijzende verklaring. Maar in de praktijk werden deëscalerende tegenmaatregelen aangekondigd. De VS legt een importtarief op een handelsstroom van 60 miljard dollar; China slechts op Amerikaanse import met een totale waarde van drie miljard dollar.

En waar Trump de maatregelen afkondigde, werden de tegenmaatregelen alleen aangekondigd. Geheel volgens de WTO-regels geeft China overleg met de VS een kans. Pas als dat niet tot resultaat leidt, wordt een deel van de compensatiemaatregelen effectief. De rest van het pakket treedt alleen in werking als de schade voor de Chinese economie groter is dan de compensatie die in eerste instantie is bereikt.

Een handelsoorlog lijkt dus op basis van wat nu is gebeurd onwaarschijnlijk. Alleen als de VS nieuwe handelstarieven invoeren is het geduld aan Chinese zijde snel op. Of zoals het ministerie van handel verklaarde: "China wil geen handelsoorlog, maar zal er geen uit de weg gaan."

vrijdag 23 maart 2018


Gerelateerde onderwerpen:

Xi sluit parlementszitting af met nationalistische rede
De op een na rijkste man van Aziƫ gaat met pensioen
Chinese economie zit weer in de lift

Over Blogaap

China-deskundige Fred Sengers publiceert op Blogaap.nl over het nieuws en de belangrijkste ontwikkelingen uit en over China op politiek, economisch en cultureel gebied. 

Hij publiceert en spreekt over China in de media, geeft gastcolleges op hogescholen en universiteiten en is tevens dagvoorzitter en spreker op congressen en seminars. Staat desgevraagd weleens organisaties die met China hebben te maken met raad en daad bij.

Lees verder