economie cultuur politiek RSS

'China heeft te weinig pensioengeld in kas'

Chinese pensioenfondsen kunnen in de loop van dit jaar niet meer aan hun verplichtingen voldoen. Daarvoor waarschuwt de directeur van een denktank voor sociale zekerheid.

China's pensioenpotten raken snel leeg en mogelijk raken ze dit jaar al in de problemen. Tenminste, dat zegt Zheng Bingwen, de directeur van het centrum voor sociale zekerheid binnen de prestigieuze Chinese Academie voor Sociale Studies tegen zakenkrant Caijing.

Zheng baseert zich op de situatie van de pensioenfondsen in december 2012. Toen hadden ze nog voldoende geld in kas om anderhalf jaar aan hun verplichtingen te voldoen. Sindsdien is er te weinig gedaan om het geld voor de groeiende groep pensioengerechtigden te garanderen.

 

Verborgen tekort

Volgens Zheng is er sprake van een 'verborgen tekort' van 20.000 miljard yuan (2.400 miljard euro). Door de vergrijzing gaan de komende jaren steeds meer Chinezen met pensioen. De belastingen waaruit de pensioenreserves worden aangelegd moeten door een krimpende beroepsbevolking worden opgebracht.

Om het huidige pensioen te kunnen garanderen, moeten de vermogens van de fondsen in 2021 eigenlijk zijn verdubbeld, schat Zheng. 

 

Soberder regeling en hoger rendement

Zheng adviseert de pensioenfondsen voor personeel van de staat en de private sector te combineren. Op die manier kan efficiënter worden gewerkt, zeker als de regelingen meer op elkaar gaan lijken. Zheng zegt dus eigenlijk dat de regeling voor ambtenaren en werknemers van staatsbedrijven moet worden versoberd. Op die manier kan 400 miljard yuan worden bespaard (48 miljard euro).

Ook moeten pensioenfondsen hun fondsen actiever beheren om een hoger rendement te behalen. Vrijwel alle reserves worden bij Chinese staatsbanken ondergebracht. Die betalen lage rentes, doorgaans minder dan twee procent. Dat is geeneens genoeg om de inflatie te compenseren.

 

Pensioenleeftijd omhoog

De Chinese overheid broedt op een plan om de pensioenleeftijd gefaseerd te verhogen. Chinese mannen gaan doorgaans met pensioen tussen hun 55ste en 60ste, afhankelijk of ze voor de staat werken of niet. Voor vrouwen is dat tussen de 50 en 55 jaar. De pensioenleeftijd is vastgesteld in de jaren '50, toen de gemiddelde levensverwachting voor Chinezen nog 40 jaar was.

Inmiddels is die levensverwachting gestegen tot 74 jaar. Dat maakt een vroege pensionering minder noodzakelijk. Door de vergrijzing dreigt de huidige pensioenregeling, hoe sober die ook is, onbetaalbaar te worden.

donderdag 2 januari 2014


Gerelateerde onderwerpen:

China wil pensioenleeftijd geleidelijk verhogen
Onderzoek: Chinezen tegen hogere pensioenleeftijd
Definitieve hervormingsagenda gepubliceerd

Over Blogaap

China-deskundige Fred Sengers publiceert op Blogaap.nl over het nieuws en de belangrijkste ontwikkelingen uit en over China op politiek, economisch en cultureel gebied. 

Hij publiceert en spreekt over China in de media, geeft gastcolleges op hogescholen en universiteiten en is tevens dagvoorzitter en spreker op congressen en seminars. Staat desgevraagd weleens organisaties die met China hebben te maken met raad en daad bij.

Lees verder